Deepen 5 augustus 2021

Hallo Om’s,

2 augustus 2021 ging de 300 ohm lijn. PD7CJT. Een respectabele zendamateur die zich met hart en ziel inzet voor allerlei zaken waaronder de ARAC. Chris vroeg of ik een stukje over mijn radiogeschiedenis wilde schrijven voor de website van VERON-afdeling a21 “De handige jongens” van weleer.

Dat ga ik dus proberen. Eerst maar weer de reeds geplaatste stukken bekeken op inhoud en lengte. Dan slaat je de schrik even in de benen want er zijn briljante technici bijv. PE1NJN – PA3ESY die wonderen der techniek in elkaar zetten of sommigen die razendsnel seinen en opnemen. Dan vind ik mij zelf maar een simpele ziel. Maar ooit de cursus zendamateur gedaan in 1992. En daarvoor was ik wel gemotiveerd. De radio was een van de zaken die mij erg interesseerde. Maar er was meer in mijn jeugd waar ik ook een paar bladzijden over zou kunnen schrijven en die ik in het kort noem.

Zoals de diensttijd 77/78 en in 1971 de vondst van een neanderthaler vuistbijl of spits zie:

http://docplayer.nl/51816809-Paleolithische-gegevens-uit-overijssel-a-d-verlinde.html

Misschien voor sommigen leuk om even te kijken.

Mijn eerste computer was een Sharp MZ-80 dus met cassettebandjes. DOS en later windows 95 geinstalleerd wat duurde tot de volgende ochtend toen de vogels weer floten. En ik erachter kwam dat ik met een defecte HD werkte. En in het begin 2 Pc’s verhuurd aan een grote Nederlandse bank die klanten wilden informeren over de gigantische mogelijkheden maar er zelf niet veel had. Met wat ik met die kastjes verdiende kon ik de radio hobbie beoefenen. Het huishoud budget bleef dan onaangetast.

En natuurlijk de liefhebberij voor duursport. Dus afstanden fietsen en lopen. Passief als medeorganisator van bijvoorbeeld de PJO Crosslopen en vooral langere afstanden zelf lopen. Kortste wedstrijdje ooit was 400 meter en de langste de Marathons zoals de Midwinter Marathon Apeldoorn, Enschede en Burgsteinfurt. Maar ook de trainingen. Ooit een jaar lang dus 365 dagen gemiddeld 11 km per dag hardgelopen. In zo’n jaar kwam er van de radio hobby niet veel terecht maar bleef wel altijd sluimeren.

Ik probeer die motivatie voor de radio dan maar toe te lichten:

Geboren op een boerderij in the middle of nowhere te Deldenerbroek. Opgegroeid aan zandwegen zonder huizen in de buurt, paarden die het werk deden, water uit de Bentheimer put. Wel een paradijselijke omgeving. Elektriciteit van voor de oorlog met een paar stopcontacten en lampen en 3 fasen voor de hooiblazer s ’zomers en de melkmachine s ’winters.

Ik kan me ook de appels jattende maar aardige telefoonkabelgravers nog herinneren. Glasvezel was nog heel ver weg. Daar stond ik de hele dag bij te kijken en daardoor wist ik die kabel precies te liggen. Als kind ook eens geëxperimenteerd met spelden en een kristal telefoontje (Philips Pionier 1). De spelden in de kabel prikken tot je de buurvrouw kon horen praten.

Maar 2 “elektronisch” apparaten thuis een AEG-spiraal kachel en de Philips radio op een plankje dat ruste op 2 L-profieltjes naast de grote spiegel aan de keukenmuur. Als kind was het aanvankelijk verboden om dit heilige apparaat aan te raken. Laat staan de witte toetsen in te drukken of aan de glanzende knoppen te draaien.

Maar omdat men thuis ook wel zag dat er geen houden aan was mocht ik na verloop van tijd weleens iets doen met de radio. Niet als we s ’avonds in een kring om de houtkachel zaten en luisterden naar het magische apparaat wat vertelde over wat er in de wereld gebeurde buiten onze boerderij.

Of naar het nieuws, voetbalwedstrijden of hoorspelen. En dat allemaal via een draad in T vorm die de elektricien uit Bornerbroek buiten op had opgehangen. Als ik de kans had drukte ik natuurlijk desnoods stiekem op de linker knop, volume ietsje open en dan had je voor je gevoel de hele wereld binnen bereik München Lisboa Oslo Kopenhagen Moskou. Wat is er nog spannender en mooier dan een verlichte afstem schaal?

Draaien aan de rechter knop en zelfs op ons stille afgelegen plekje hoorde je de hele “wereld” ook werd je fantasie geprikkeld. Wat we nu met de vaak geestdodende tv (eigenlijk verminkte radio met beeldscherm) compleet missen.

Met de knop MW kon je met wat geluk soms zelfs verbindingen met schepen horen (500 KHz) en later Radio Luxemburg, Veronica, Noordzee en helemaal aan de andere kant hoorde ik “Mans oet’n Heujbarg” plaatjes draaien. Op KG was vaak een kakafonie aan geluiden te horen. Een helder stemmetje dat constant getallen reeksen oplas (Oostblok spionnen) of later Radio Nederland Wereldomroep met fantastische programma’s zonder irritante reclame. Een zoon (Jan Meijerink) van onze bakker uit Delden werkte daar zelfs.

De radio maakte zoveel indruk dat ik daar meer van wilde weten. Thuis ging het over de koeien, varkens en na de lagere school ging er nagenoeg nooit iemand niet naar de landbouwschool. De technische voorzieningen waren minimaal en het gereedschap een hamer bahco en een (k)nijptang.

Toen bij de boekhandel in Delden voor 1,50 mijn eerste boekje gekocht “Radio en Televisie Techniek” van Wim van Bussel. Boekje heb ik nog.

Bovenstaand afbeelding staat me nog steeds voor de geest, een buisje met knikkers. Als je er aan een kant een knikker in duwde kwam er aan de andere kant een knikker met dezelfde snelheid weer uit. De eerste uitleg over elektronenstroom. Na verloop van tijd werd de lagere school (ca. 27 leerlingen in 6 klassen) ingeruild voor de MAVO in Almelo. Een cultuurschok, fietsen via Bornebroek naar de grote stad en heel hard terugfietsen naar de vertrouwde omgeving. Vooral in het begin lastig. Ik werd daar een poos uitgescholden voor Boer en toen ik de betreffende persoon, ik weet zijn naam nu nog, verzocht om daar mee te stoppen en hij dat niet deed moest dat met een flinke vechtpartij opgelost worden. Dat is wel gelukt. Gelukkig kwam ik ook andere buiten Almelosen tegen. Bijvoorbeeld 2 jongens uit Wierden die wisten hoe je apparaatjes kon bouwen welke de antenne aan de andere kant hadden zitten. Omdat ik aardig wat onderdelen had verzameld van oude radio’s. Overal werden de eerste radio’s van na de oorlog vervangen door een met FM, kon ik een deal met die jongens maken. Zij mochten een doos vol onderdelen meenemen en hielpen mij om een zgn. Oscillator in elkaar te Zetten met de EL3(N). Wat een mooie buis.

En dan een buizen radio als versterker en ontvanger. Op de kleine trafo de aansluiting zoeken waarop de spanningzoeker flikkert of hou de vinger erop.

Zo zenden en ontvangen vereiste nogal wat handelingen. Kristalmicrofoon en kristal pick-up erin eruit. Er was ook een boekhandel in Almelo waar je plastiekzakjes met eerder in beslaggenomen onderdelen zoals microfoons etc. kon kopen. Tja ook toen al een vorm van hergebruik.

Naar mijn idee toen was een antenne een koperdraad van zo lang mogelijk. Dus als er ergens een huis werd afgebroken fietste ik daar heen trok alle koperdraad stukjes uit het puin. Met een schilmesje sneed ik de isolatie eraf want een antenne kon toch niet geïsoleerd zijn? Met een verjaardag had ik ondertussen een soldeerbout (dakgootformaat) gekregen met wat tin en een blauwe pot S39.Die pot S39 zorgde ervoor dat de soldeerbout na verloop van tijd vanzelf weer verdween (oploste) en dan moest je wel weer een nieuwe kopen. Tegenwoordig gebeurt dat op een minder opvallende manier. Levensduur beperken om de verkoop te stimuleren. Alle stukjes draad werden aan elkaar gesoldeerd en een gigantisch lange draad werd verbonden met de opgerolde bos montagedraad 48 windingen naast de EL3(N). HF-actief en dan. Wat een mooi moment dat iemand mijn naam “Radio Samson” noemde, iemand had mij ontvangen! Dit was mijn allermooiste QSO ooit. Met vallen en opstaan werd er ook nog een versterker met 2 x EL3(n) in balans in elkaar geprutst. Ook moest de antenne nog langer en nog hoger. Daarbij hing ik deze ook over de 3 fasen + nul bovenleiding van de IJsselcentrale. En net voor het melken raakte de antenne los en viel over 3 x 380 Volt. Verderop in een paal gingen de zekeringen 63/125 Ampère? eruit en was ons enige krachtstopcontact dus spanningsloos. U kunt raden wat de reactie van mijn vader was. Ik moest zelf zorgen dat hij toch kon melken dus met een smoes de IJC gebeld en na een uurtje werkte het weer. De monteur snapte niet hoe dit kon gebeuren. Ik kon het ook niet meer laten zien want die antenne was voorlopig verdwenen. Tja dan was het gedwongen weer een poosje rustig in de ether rond de boerderij. Ooit ook erg geschrokken. Ik draaide een plaatje waarschijnlijk zonder luisteraars behalve mijzelf, en kon dan rustig lopende een rondje over het erf maken en hield alle 3 toegangswegen in de gaten. Bij ons kwam gemiddeld 1 auto per dag langs dus als je er meer zag was er wat aan de hand of onraad. Er liep een schijfje en er kwam een auto vanaf de normaal rustige weg naar ons toe met iemand erin die een uniform aan had. Doar hij ut gedonder dacht ik. Zendertje losgekoppeld en begraven in de meelkist van de varkens. Hartslag laten zakken en voorzichtig gekeken wat er verder gebeurde. Niets dus. Het was iemand van vliegbasis Twente op zoek naar koeienmest. Maar nooit zo geschrokken als toen.

De onderdelen kocht ik in Almelo bij het Electronicahuis (Marktstraat) en in de Oranjestraat bij meneer S. Hoogstraal. Deze PA0MSH kon aan de verkochte onderdelen wel zien wat de bedoeling daarmee was. Hij zei toen bekijk dit is. Het was informatie van de Veron, hoe je zendamateur kon worden. Ik was toen 17 en besloot dat ik dat ooit zou gaan doen. Maar dat heeft nog een poosje geduurd. Het uitgaansleven vrienden en vriendinnen etc. werd ook belangrijk.

Ooit in het stage jaar van de MTS waar ik ondertussen zat, wel een paar lessen gevolgd bij Henk PA0HLT in Almelo. Maar dat was op de fiets niet te doen. In 1992 was het wel zover. Een oude bekende jeugdvriendpiraat/ 27 MHz er ging mee doen aan een privé zendamateur cursus en daar was nog een plekje over. Is dat niet wat voor jou? Ja dus, en een poos 1 avond in de week naar Haaksbergen. Onkosten ƒ1 per avond incl. onbeperkt koffie. Dat was gezellig en je stak er veel van op. Na verloop van tijd proefexamens gedaan en naar Nieuwegein voor het examen. De resultaten waren eigenlijk dramatisch. Dat wil zeggen dat de initiatiefnemers zakten en ik, het vijfde rad aan de wagen, de enige was die zich toen PE1ONG mocht noemen. Ik had een zendertje te leen van Albert PA3ABR, had ‘s morgens 10 km hardgelopen, kwam met de fiets ten val, brak een bot in de voet en met warm gips daarom viel de zendmachtiging in de bus. Plotseling veel tijd voor de nieuwe hobby. Ik heb nog een lijst met de eerst 100 QSO’s in een paar dagen tijds. Helaas zijn de meesten van die lijst SK. Maar toen veel hulp gehad van die meer ervaren OM’s. OM’s zijn altijd behulpzame mensen. Wie ik me ook nog herinner is PA3BVK (bruin van kleur) uit Nijverdal die mij meteen “ONG-elukje” noemde en noaber Willem PA0WED.

Toen ik de machtiging had was ik daar wel een beetje trots op en dacht zou Bouke Kientz mijn leraar elektrotechniek op de MTS en ook een groot inspirator voor de zendhobby nog actief zijn? Hem opgezocht in het telefoonboek en gebeld en ik hoor hem nog zeggen, ik loop naar boven en dan proberen we een QSO te maken. Dat lukte en het strafwerk van vroeger heb ik hem meteen vergeven. Veel plezier beleefd maar je hebt een PE-call en er is nog meer. Dus met hulp van Jan PA3ECO 1 avond per week CW-les in Enschede. Ik dacht dat ik het niet zou kunnen. Kon in dienst niet in de maat lopen en had geen of verminderd ritmegevoel bij het dansen (moest steeds met dansleraar Herman Reiners oefenen dus met die dansles bij Reiners in Goor had ik het snel bekeken. Leuker was om daar plaatjes te draaien na afloop. En om te kijken naar soms alleraardigste dames die daar rondliepen. Maar wonderwel lukte het toch met de CW. Leuke oefenrondjes op 2 meter met stukjes uit de krant of een boek. Ik had me wederom verplicht ook dit examen in 1 x te doen. Toen bij het examen (1994?) zo ontiegelijk nerveus dat ik het nu nog voel. Eerst een oefen tekst. De jongen naast me vroeg “had jij die cijfers nog?“ Ik zei ik heb niet eens een cijfer gehoord. Ik moest me resetten, met de kop onder de koude kraan en vervolgens ging het examen (12 WPM) bijna foutloos. Daarna was PA3GSA in de lucht. Gebruikte apparatuur voor HF een Yaesu FT-101-E. Heerlijk apparaat met buizen in de eindtrap, echter niet op 1 Hz. af te stemmen dus daar krijg ik nogal eens commentaar op. Maar duizenden euro’s uitgeven voor de hobby zit er ook niet in. De cadeautjes voor de kinderen (3) en kleinkinderen (5) moeten ook betaald worden. Later nog een Kenwood
R-1000 en een Yaesu FT-101-EX op de kop getikt. Voor 2 meter klooi ik met de Kenwood taxi mobilofoons TK-709. Voor 70 cm zoek ik nog wat geschikts naast de Alinco portofoon.

Wat me altijd blijft boeien uit de theorie zijn wel: De resonantiekring en een antenne in afstemming.

Een L en C naast elkaar elk met heel tegengestelde eigenschappen zorgen voor een verschijnsel waarop onze hele hobby zowat is gebaseerd. Ik vergelijk ze ook met een goed huwelijk. Ook 2 mensen met elk hun karaktertrekjes waaruit mits ze ook elkaars eigenaardigheden accepteren heel wat goeds kan voortkomen. Het zou me zelfs niet verbazen dat de hele evolutie van planten en dieren iets te maken heeft met resonantie verschijnselen. Steeds twee ogenschijnlijk tegengestelde verschijnselen waaruit iets nieuws (waardevols) voortkomt.

Al met al is radio-zendamateur wel een hobby voor het leven.

73” PA3GSA – Gerrit